Ongelijkheden C: Ongelijkheden oplossen - Deel 2

Vraagstukken oplossen met ongelijkheden Leraar: Sjoert De Cremer
Diploma: Bachelor in het Onderwijs: Secundair Onderwijs

Lestraject bekijken?


Probeer WeZooz Academy meteen even GRATIS uit en start met leren dankzij onze diverse lestrajecten voor vakken in de 2de graad!

Gratis proberen Aanmelden

In dit traject leer je nog meer over oplossen van ongelijkheden, meer bepaald over het oplossen van tweedegraads ongelijkheden. 

Dit lestraject bestaat uit 5 lessen,
Geschatte duurtijd: 20 minuten.

Gratis proberen Aanmelden

  • Inhoudstafel Ongelijkheden C: Ongelijkheden oplossen - Deel 2
  • Vraagstukken oplossen met ongelijkheden

    Sjoert moet een vuilzak kopen, maar dat is nog niet zo simpel. (2de graad)

    Sjoert zit met een dilemma en wil te weten komen wat nu zijn beste optie is. Hij doet dit a.d.h.v. een vergelijking met ongelijkheden.

    Hij leert je in deze video hoe je hieromtrent vraagstukken moet oplossen.

     

  • Vraagstuk met ongelijkheden: oefening

    1. Je hebt flink gespaard de voorbije jaren en je gaat dat op een bankrekening zetten. Je hebt de keuze uit twee spaarrekeningen. De eerste rekening brengt jaarlijks 2% interest op, maar kost 25 euro per jaar. De tweede rekening is gratis en brengt jaarlijks 1% rente op. Je rekent uit hoeveel geld je na één jaar zou hebben op beide rekeningen om te beslissen welke je best neemt. Je komt tot het besluit dat rekening 1 de beste keuze is. Hoeveel spaargeld heb je minimaal?

  • Ongelijkheden van de tweede graad oplossen

    Tine heeft het in deze lesvideo wiskunde over de ongelijkheden in de wereld. (2de graad)

    Er zijn heel wat ongelijkheden in de wereld... Ook in de wiskunde komt dit voor. Tine legt uit hoe je ongelijkheden van de tweede graad kan oplossen.

  • Ongelijkheden van de tweede graad: oefening

    1. Los de volgende ongelijkheid op:
  • TEST - Ongelijkheden oplossen - Deel 2

    1. Op een toets worden 10 vragen gesteld. Voor elk correct antwoord krijgt men twee punten; voor elk fout antwoord - 1 punt. Hoeveel vragen moeten ten minste correct beantwoord worden om voor de toets meer dan 10 punten te behalen?  

    2. De som van drie opeenvolgende natuurlijke getallen is kleiner dan 70. Welke zijn de mogelijke waarden voor het kleinste getal?  

       

    3. Een vader is 40 jaar en zijn dochter 10 jaar. Na minimum hoeveel jaar is de vader minder dan dubbel zo oud als zijn dochter?

      Na minimum ... jaar is de vader minder dan dubbel zo oud als zijn dochter. 

Bekijk volledig traject Verberg volledig traject