Tu viens d'étudier le passé récent, mais tu ne le comprends pas très bien? Pas de problème!
De passé récent of het nabije verleden is een makkelijke tijd in het Frans die gebruikt wordt om informatie te geven over een moment dat zich zeer kort in het verleden bevindt. Iets dat zopas of zonet is gebeurd.
Ook de futur proche is een makkelijk tijd die wordt gebruikt om informatie te geven over een moment dat zich kort in de toekomst bevindt.
Je hebt zonet de theorie geleerd? Dan ga je morgen een goede toets maken!
"L'auxiliaire modal ou semi-auxiliaire modal (du latin modus,-i, « mesure musicale, mode, manière ») est un des outils linguistiques parmi d'autres permettant d'exprimer une modalité, c'est-à-dire de présenter un fait comme possible, impossible, nécessaire, permis, obligatoire, souhaitable, vraisemblable. "
Begrepen? Hoezo neen? Het is toch makkelijk? De modale werkwoorden geven gewoon iets meer informatie over een ander werkwoord. Dit kan bijvoorbeeld een wil zijn: "Je veux nager". Of een noodzaak: "J'ai trop chaud. Je dois nager".
Zijn er nog meer voorbeelden? Natuurlijk!
Ontdek de rest aan de hand van drie video's over de werkwoorden vouloir, devoir, savoir en pouvoir.
Zal ik slagen voor de volgende test? Zullen mijn vrienden het beter doen dan ik?
Die test moet nog plaats vinden en ligt dus in de toekomst. Om in het Frans iets uit de toekomst te verwoorden, gebruik je de futur simple. Hier vind je alles wat je moet weten om de futur simple onder de knie te krijgen, van vorming tot specifieke gevallen.
Zou de leraar de uitzonderingen vragen op de test of zouden we enkel makkelijke opdrachten krijgen? Beste leraar, zou u het makkelijk kunnen houden?
Dit staat niet vast en is dus volledig hypothetisch. Om in het Frans een hypothetisch iets te verwoorden gebruiken we de conditionnel présent. Ook om beleefd te zijn wordt dit gebruikt.
"Le garçon que j'aime, est à l'autre côté de la cour!"
"J'aime ce garçon avec ce pull bleu qui est à l'autre côté de la cour! Un seul problème. Il a déjà une petite copine!"
Een klein probleempje inderdaad. Je zal nog niet meteen een relatie kunnen starten, MAAR "qui" en "que" kunnen je troosten. Wat?!
Je hebt het goed gehoord, ja. "Qui" en "que" kunnen het liefdesverdriet verzachten, want deze woordjes zorgen voor een relatie!
Niet tussen jou en die knappe gast met zijn blauwe pull nauurlijk, maar wel tussen de twee zinsdelen.
Het zijn namelijk "pronoms relatifs" - Betrekkelijk voornaamwoorden. Deze verbinden twee zinsdelen en geven meer informatie over de hoofdzin.
Bekijk de 3 video's en kom alles te weten over "qui" en "que"!
Als ik denk onder voorzetstels, dan denk ik vooral langs kleine woordjes die vaak verkeerd gebruikt worden of zelfs carrément vergeten worden. Ze hebben nochtans echt hun plaats in de zin, want door het verkeerd gebruik ervan klinkt ook de vorige zin toch wel een beetje vreemd, niet?
Pour, à, dans, sur, sous, entre, derrière... dit zijn allemaal voorzetsels.
In de eerste video bekijken we voorzetstels algemeen, in de tweede video bespreken we het gebruik ervan voor namen van landen en steden. In de derde, al een beetje moeilijker, bespreken we de vaak voorkomende voorzetsels en, à en de.
(Let op! In deze laatste video zijn jammer genoeg een paar foutjes geslopen, kijk zeker even onder de video voor de correcties! )
Monsieur Leblanc, pour moi une dame blanche, svp.! Jij vindt dat misschien ook lekker?
En waarom is le prix plus bas en basse saison, voor een hotelkamer?
Het adjectif is, net als het bijvoeglijk naamwoord in het Nederlands, een woord met verschillende gedaantes. Dat komt omdat het zich aanpast aan het woord waarover het iets meer zegt.
Er zijn dan wel algemene regels voor de vorming van het vrouwelijk of het meervoud van die bijvoeglijke naamwoorden, maar ze dekken niet altijd de volledige lading. Zijn er dan geen trucs om het toch te kunnen onthouden? Ja, hoor. Je komt er alles over te weten door het bekijken van deze lessen. Bonne chance! Of toch maar bon appétit, omdat je nu toch eerst dat ijsje gaat eten?
De eerste video gaat (ook) over het bijwoord (l'adverbe) want dat onderscheid moet toch wel eerst duidelijk zijn.
- Bravo ! s'écria Mr Ollivander. Très bien, vraiment très bien. Etrange... très étrange...
Il reprit la baguette et la remit dans sa boîte qu'il enveloppa de papier kraft en continuant de marmonner : 'Etrange... vraiment étrange ...'
- Excusez-moi, dit Harry, mais qu'est ce qui est donc si étrange ?
Le vieil homme fixa Harry de ses yeux pâles.
- Je me souviens de chaque baguette que j'ai vendue, Mr Potter, répondit-il. Or, Le phénix sur lequel a été prélevée la plume qui se trouve dans votre baguette a également fourni une autre plume à une autre baguette. Il est très étrange que ce soit précisément cette baguette qui vous ait convenu, car sa soeur n'est autre que celle qui... qui vous a fait cette cicatrice au front.
Heeft Harry Potter nu opeens een nieuwe vervoeging uit zijn toverstok getoverd of is dit gewoon een courante Franse vervoeging?
Alles wordt duidelijk in het filmpje en de bijhorende oefeningen! Aarzel niet!