Liesbeth definieert, legt uit en geeft voorbeelden: absolute waarde, tegengestelde waarde en omgekeerde waarde. (1ste graad)
Hoe moeten we de rendabiliteit van een onderneming berekenen en interpreteren? Stijn legt het je uit. (2de graad)
Roberta berekent onbepaalde integralen d.m.v. substitutie - voorbeeld 2. (3de graad)
Lander vertelt ons hoe we de ablatief moeten vervoegen in de eerste klasse.
Valery toont aan hoe we moeten tellen d.m.v. herhalingspermutaties. (3de graad)
Annelies loodst je door de restregel voor deling door x-a. (2de graad)
Hoe moeten we de liquiditeit van een onderneming berekenen en interpreteren? Stijn legt het je uit. (2de graad)
Roberta berekent onbepaalde integralen d.m.v. substitutie - voorbeeld 1. (3de graad)