Tu as bien compris les règles de l'adjectif "bon"? Tu ne sais pas bien quand tu dois employer l'adjectif "bon"? Est-ce que je dois employer "bon" ou "bien"?
Wat is nu eigenlijk het verschil tussen die "bon" en "bien"? Gedaan met de verwarring. Vanaf nu doe je het altijd goed! ;-)
Van al die leerstof krijg je natuurlijk ook honger! Wees gezond!
Prends une demi-pomme ou veux-tu une pomme et demie?
Waarom is die laatste "demie" nu opeens wel aangepast aan het substantif en die eerste niet?
Zijn er nog van die speciale gevallen? Al jouw vragen zullen in deze twee video's beantwoord worden.
- "Garçon! Pour moi un gin tonic s'il vous plaît."
° "D'accord, et pour toi, jeune homme?"
- "Je ne veux rien. Moi, je suis déjà tonique!"
(schaterend gelach)
Het mopje begrepen? Zie je wel dat Fransen ook humor hebben en geen stijve, saaie mensen zijn.
Of toch niet begrepen? Bekijk dan snel de 2 video's.
Het eerste gaat over het persoonlijk voornaamwoord onderwerp (wat zeer gemakkelijk is).
Het tweede gaat over "les pronoms personnels toniques"
Na het zien van deze video's zal je het mopje meteen doorhebben en kan je jouw leraar Frans eens aan het lachen brengen!
"J'adore la vie! J'aime tous mes amis! Tu as besoin d'aide? Je vais t'aider!"
Ben jij ook zo een positief ingesteld persoon?
"Je ne comprends pas le français! Je ne vais jamais réussir pour l'examen de français!"
Je bent toch geen negatief ingesteld persoon? Of ben je enkel zo negatief omdat je de negatie niet goed kan vormen?!
In het eerste geval: Houden zo!
In het tweede geval: Geen paniek! Na het kijken van de video over "la phrase négative" zal je alles perfect begrijpen en kan je ook eens positief zijn! Of negatief? Of toch positief? Of... ?
Laten we maar gewoon beginnen.
Als ik denk onder voorzetstels, dan denk ik vooral langs kleine woordjes die vaak verkeerd gebruikt worden of zelfs carrément vergeten worden. Ze hebben nochtans echt hun plaats in de zin, want door het verkeerd gebruik ervan klinkt ook de vorige zin toch wel een beetje vreemd, niet?
Pour, à, dans, sur, sous, entre, derrière... dit zijn allemaal voorzetsels.
In de eerste video bekijken we voorzetstels algemeen, in de tweede video bespreken we het gebruik ervan voor namen van landen en steden. In de derde, al een beetje moeilijker, bespreken we de vaak voorkomende voorzetsels en, à en de.
(Let op! In deze laatste video zijn jammer genoeg een paar foutjes geslopen, kijk zeker even onder de video voor de correcties! )