Tot halverwege de zestiende eeuw had de Rooms-Katholieke Kerk (R.K.K.) eeuwenlang het monopolie op het religieuze leven in West-Europa. Indien iemand een plekje in de hemel wilde verkrijgen, kon dit enkel via deze Kerk.
Europa was in de 16° eeuw nog een zeer religieuze samenleving. Het dagelijkse leven, zowel in het gezin als de maatschappij, werd grotendeels bepaald door het rooms-katholieke geloof. De machtspositie van de R.K.K. was hierdoor enorm.
Die machtspositie leidde dan al snel tot allerlei wantoestanden: Geestelijken maakten zonder scrupules misbruik van hun positie om de eenvoudige, meestal 'ongeletterde' gelovige te 'bestelen'.
Doorheen de geschiedenis heeft de mens steeds gezocht naar de betekenis van zijn bestaan; welke plaats neemt de mens in de wereld in? Is de mens in staat zelf zijn toekomst te bepalen of ligt zijn lot reeds op voorhand vast?
Materie rondom ons is opgebouwd uit moleculen en die moleculen zijn opgebouwd uit atomen. Reeds in de tijd van Grieken had men al het idee dat je materie niet eindeloos kunt opdelen in kleinere stukjes, maar dat er een eindpunt moet zijn waarop je materie kunt opdelen.
Maar is een atoom echt wel het kleinst mogelijke deeltje waaruit materie is opgebouwd, en hoe komt het dan dat meerdere atomen samen een molecule kunnen vormen? Daar hebben verschillende wetenschappers in de 19de en de 20ste eeuw een antwoord op proberen vinden en resulteert in een logische ordening van alle atoomsoorten in het Periodiek Systeem der Elementen (PSE).
In dit lestraject gaan we hierover de beginstappen samen doornemen en zo de wondere wereld der atomen samen betreden.