Liesbeth gaat een vraagstuk met een eerstegraadsvergelijking oplossen in vier stappen. (1ste graad)
Sjoert lost in deze video vraagstukken op met stelsels - vb. 1, prijzen. (2de graad)
Wat te doen als mijn zoon of dochter slecht heeft geslapen.
Liesbeth lost in de bioscoopzaal een vraagstuk op met een eerste graadsvergelijking. (1ste graad)