In deze cursus leer je meer over het opstellen van de vergelijking van een eerstegraadsfunctie. Dit kan op 4 verschillende manieren. In dit traject leer je er 2. Kijk maar mee!
In dit traject leer je de basis van werken met matrices. Er wordt uitgelegd hoe je een matrix moet opstellen en hoe je een stelsel kan omzetten naar de matrix. Je leert ook hoe je een matrices met elkaar optelt en hoe je een matrix vermenigvuldigt met een reëel getal.
In dit traject zal je leren hoe je de top kan vinden van de functie aan de hand van het voorschrift.
Vervolgens leer je de vergelijking van een parabool opstellen op twee verschillen manieren:
- Als top parabool en punt gegeven zijn.
- Als 3 punten gegeven zijn.
Wat is de rol van de overheid in onze economie? Waarom betalen we belastingen? "Een begroting opstellen" is dat nu zo moeilijk?
In dit traject ontdek je wat een begroting is en hoe dit tot stand komt.
Dit traject bevat twee video's. Je leert hoe je de vergelijking van de raaklijn aan een functie moet opstellen en hoe je het verloop van een functie kan maken met behulp van afgeleiden. Veel succes!
In deze twee video's leer je eerst nulpunten zoeken van een functie om deze vervolgens te gebruiken bij het opstellen van een tekenverloop.
De laatste manier om gegevens voor te stellen is een boxplot. Voor je een boxplot leert opstellen leer je verwante terminologie zoals de centrummaten. Rekenkundig gemiddelde, mediaan en modus. Weet jij waarvoor deze staan?
In het vorige traject leerde je al twee methodes om de vergelijking van een rechte op te stellen. In dit traject vind je nog twee methodes gevolgd door een kleine eigenschap.
In een ander traject staat hoe je met exponentiële vergelijkingen moet werken. En hier vind je meer uitleg over exponentiële functies: hoe ziet de grafiek eruit? Wat zijn de kenmerken? Hoe kan je het voorschrift opstellen als je van de grafiek vertrekt?
Al deze vragen worden in dit traject van twee clips beantwoord.
In dit traject leer je meer over matrixbewerkingen. Hoe moet je matrices met elkaar te vermenigvuldigen en ook hoe je een matrix tot een macht moet verheffen? Je moet dus al bekend zijn met matrices en hoe je deze moet opstellen.
Maak de oefeningen, doe op het einde de test en zie of je alles goed begrepen hebt!