Wiskunde 1ste graad A

Bart gebruikt de eigenschappen van bewerking bij het hoofdrekenen. (1ste graad)

Bart gaat hoofdrekenen! Hij gebruikt zijn hoofd om enkele uitdagende oefeningen op te lossen. Bij dit hoofdrekenen gebruikt hij de eigenschappen van bewerkingen zoals distributiviteit, commutativiteit en associativiteit. Hij schrijft de tussenstappen op die je normaal in je hoofd zou moeten uitrekenen.

1. Bereken uit het hoofd: ##91.50##

2. Bereken uit het hoofd: ##124+233+97##

   Een natuurlijk getal, bijvoorbeeld 20.

Liesbeth verantwoordt in deze video zijn bewerkingen d.m.v. eigenschappen. (1ste graad)

Al je rekenwerk moet je kunnen verantwoorden d.m.v. eigenschappen. Liesbeth overloopt enkele oefeningen waarbij ze alle stappen toelicht en de belangrijkste eigenschappen toepast.

1. Welke eigenschap wordt in de vergelijking ##3.1=3## gebruikt?

   Kies een antwoord uit de lijst.

2. Welke eigenschap wordt in de vergelijking ##2.3.5=2.5.3## gebruikt?

   Kies een antwoord uit de lijst.

1. Reken uit: ##6 * 75 =##

2. Reken uit: ##7985 - 435 =##

3. Reken uit: ##25*240 = ##